MELBOURNE / PHILLIP ISLAND - Een warme dag, maar elk moment dreigt een regenbui, net als de afgelopen dagen.
Net toen ik mij vorige dagboekentry wilde typen, werd ik in de steek gelaten door mijn mini-toetsenbord, waarop ik inmiddels vertrouw. Gelukkig kon ik 'm in de winkel omruilen voor een genetisch grotendeels identiek exemplaar, maar hopelijk met een wat sterke PS/2-plug (nee, kinderen - dat heeft niets met een Playstation te maken).
Zaterdag was het tijd voor wat toerisme. Ik ging samen met Cathriona naar Phillip Island, een 'eiland', (hemelsbreed) vlakbij Melbourne, vol met inheemse Australische dieren. We vertrokken 's middags met een busje van Duck Truck Tours; enkele uren later bereikten we het eiland. Onderweg bezochten we een 'opvanghuis' voor kangoeroes, koalas, wombats enzovoort. Veel dieren zijn namelijk nogal dol op autolichten, maar die liefde is niet wederzijds. De foto rechts toont mij met een glimlachende wombat. Het zijn alleraardigste beestjes, en zoals veel van de Australische dieren behorend tot de marsupialia, ofwel buideldieren. Aan de onderzijde van de buidel van een wombat zit een soort schild, en daarom overleven veel van de wombatjongen de botsing wanneer hun moeder wordt aangereden. En komen ze in het opvangcentrum terecht, waar ze hun dagen slijten met slapen en het opgetild worden voor foto's met toeristen. Niet te verwarren met WOMBAT (Waste Of Money, Brains And Time)
Er waren ook andere dieren, zoals koala's en kangoeroes; zie de foto van de kangoeroes in de karakteristieke houding van gedomesticeerde kangoeroes: een beetje luierend, steunend op de ellebogen, zoals een Romein bij een diner. De beesten waren erg vriendelijk; ze aten uit m'n hand!
Enkele fotosessies later (kangoeroes, vogels, krokodillen en tenslotte een groep Boeddhistische moniken uit Thailand(!)) gingen we dan naar het reisdoel: Phillip Island. Een eiland dat via een brug met het vasteland verbonden is, en waarbij de permanente bevolking van enkele duizenden wordt aangevuld met tienduizenden toeristen, waarvan het grootste deel uit Azie afkomstig. Op Phillip Island is een reservaatje voor met name koala's. Deze uitermate luie diertjes worden constant bedreigd, en aangezien ze zelf geen poot uitsteken om daar wat aan te doen, worden ze in reservaten ondergebracht. De wollige buideldieren zijn niet alleen bijzonder lui, ze zijn ook erg kieskeurig. Ze lusten eigenlijk alleen eucalyptusbladeren, en dan nog alleen die vlakbij hun geboortegrond groeien. De foto toont een koalamama die de dag slapend doorbrengt, en die haar jong vasthoudt.
's Avonds was het tijd voor de belangrijkste attractie van het eiland: de zogenaamde pinguin-parade. Even voor zonsondergang wordt het strand bestormd door honderden kleine pinguins, om hun hongerige jongen te voederen in holen bij het strand. Het zijn mini-pinguins, ongeveer zo groot als mijn schoen (maat 43/44), en het is een prachtig gezicht om te zien hoe de de gevederde vriendjes over het strand waggelen naar hun jongen, gadegeslagen door tientallen mensen. Sommige van de holen zijn wel 200 meter van de zee verwijderd, en hele groepen pinguins gaan over een speciaal aangelegd pad... erg mooi om te zien. Ze zagen er zo schattig uit, je zou er bijna een meenemen naar huis... Het was echter niet toegestaan om de beestjes te fotograferen. Het een duivels dilemma voor de Japanse toeristen: wat is sterker: gehoorzaamheid of fotografeerlust? Meestal won de gehoorzaamheid.
Daarna was het tijd om terug te gaan naar Melbourne. Een zeer geslaagd dagje toerisme!